Voor onze gemeente hebben wij gebieden aangewezen waar zonneparken en windmolens kunnen komen. Zonneparken en windmolens hebben invloed op het landschap. Komt er een plan voor wind of zon? Dan toetsen wij die aan de voorwaarden. Daarmee zorgen we voor een goede inpassing van het zonnepark of windmolen in ons landschap.

Bij elk initiatief kijken we naar de toegevoegde waarde van dat plan. We beoordelen vooraf of het plan een oplossing biedt voor één van deze thema’s:

  • Bodemdaling én stikstof
  • Natuur en biodiversiteit
  • Landbouw
  • Klimaatadaptatie (water & droogte)
  • Leefbaarheid van het buitengebied

Onze randvoorwaarden

Zijn er plannen voor zonneparken of windmolens? Dan vinden wij dat deze van toegevoegde waarde moeten zijn voor het gebied en de leefomgeving. Daar gelden geen harde voorwaarden voor. Maar we hebben voor onze gemeente wel een aantal randvoorwaarden gemaakt.

1. Karakteristieke waarden

Behoud, bescherming of herstel van de karakteristieke waarden van bebouwing, landschap en cultuurhistorisch waardevolle structuren en elementen.

2. Landschappelijke patronen

Behoud van landschappelijke patronen in waterlopen, dijken en wegenpatronen. Ook als deze hun primaire functie verliezen.

3. Gebiedskenmerken

Aansluiting bij de gebiedskenmerken uit het Landschapsontwikkelingsplan.

4. Energieconcepten

Passende energieconcepten voor de verschillende landschapstypen. Informatie over deze concepten staan in het inspiratiedocument RES West-Overijssel(externe link) (hoofdstuk 4).

Elk plan krijgt een gebiedsproces

In dat proces kijken we of het plan voldoet aan de randvoorwaarden. En of het zonnepark of de windmolen past in de leefomgeving.

Bij die beoordeling komt de Gemeentelijke Adviescommissie Omgevingskwaliteit met een advies. Dat gebeurt op het moment dat de nieuwe omgevingswet ingaat. Deze omgevingswet gaat in op 1 juli 2023.

De Adviescommissie beoordeelt straks of het initiatief de gewenste toegevoegde waarde heeft voor het gebied. Deze commissie kijkt dan bijvoorbeeld naar:

  • Maximale hoogte windmolens.
  • Minimale afstand tot woningen.
  • Verplichten van (lijn)opstellingen.
  • Milieu- en gezondheidseisen.
  • Maximaal aantal molens per zoekgebied.
  • Kleurstelling (of een uitgangspunt hierin).
  • Borging van de tijdelijkheid.

Na deze beoordeling komt de commissie met een advies. Dat advies gaat naar het college van burgemeester en wethouders. De gemeenteraad neemt het uiteindelijke besluit. De raad kijkt daarbij ook of inwoners en ondernemers uit het gebied voldoende mee hebben kunnen praten.