Als eigenaar van een gebouw moet u er zelf voor zorgen dat uw kelder waterdicht is en dat het grondwater in de kruipruimte niet tot vochtoverlast in de woonruimte leidt.

Ook andere vochtproblemen vallen onder de eigen verantwoordelijkheid. Denk bijvoorbeeld aan vocht dat vanuit de fundering optrekt in de muren of aan een hoge luchtvochtigheid door slechte ventilatie. Er zijn een aantal stappen die u zelf kunt nemen:

  1. Drainage kan helpen om de grondwaterstand te verlagen Daarmee kunt u overtollig grondwater afvoeren. Kelders en souterrains horen helemaal waterdicht te zijn, zodat ze bestand zijn tegen hogere grondwaterstanden.
  2. Een ondiepe kruipruimte trekt geen grondwater aan vanuit de omgeving. Een redelijke maat is 100 cm vanaf vloerpeil (dus vanaf de bovenzijde van de vloer van de begane grond). Heeft u een diepe kruipruimte met grondwater? Dan kunt u deze het beste laten verontdiepen.
  3. Voorzie uw woning van middelen die optrekkend vocht vanuit de fundering tegengaan. Denk bijvoorbeeld aan een speciale vochtwerende injectiegel voor de muren.
  4. Kijk kritisch naar uw gedrag: ventileert u genoeg? Gebruikt u weleens een afzuigkap? Droogt u de was in huis? – probeer uw gedrag waar mogelijk aan te passen, zodat u vochtoverlast kunt beperken.