Windenergie of zonne-energie zijn beide vormen van duurzame energieopwekking. Om genoeg schone stroom te produceren, wordt in Nederland ingezet op duurzame energie uit wind, zon, water, aardwarmte en biomassa.

Zonnepanelen en windmolens vullen elkaar mooi aan. Allebei hebben ze hun eigen piekmaanden. Dit zijn
de maanden waarin ze het meeste energie leveren. Zonnepanelen produceren bijvoorbeeld meer energie
in de zomer, terwijl windmolens meer energie leveren in de winter. De zon is namelijk krachtiger in de zomer, terwijl de wind over het algemeen krachtiger waait in de winter. Op deze manier vullen windmolens en zonnepanelen elkaar het hele jaar door goed aan.

Windenergie

Windmolens hebben een hoge energieopbrengst. De doorlooptijd van een windenergieproject is relatief kort. Dat maakt windenergie nu één van de meest effectieve bronnen van duurzame energie.

Er zijn verschillende soorten en maten windmolens. De hoogte van een windmolen hangt in veel gevallen af van de plek waar de windmolen staat. In Nederland hebben we 3 soorten windmolens:

  1. Erfmolen
    Een erfmolen is ongeveer 25 meter hoog. Deze molen wordt vaak geplaatst bij een boerderij of een klein bedrijfje in het buitengebied. Vaak zijn 2 molens genoeg om de energieverbruik van een gemiddelde boerderij op te wekken.
  2. Dorpsmolen
    Vaak worden dit soort molens gebouwd door een energiecoöperatie. Ook een boer met een groot bedrijf kan een molen van dit formaat willen om energieneutraal te worden.
  3. Grote windmolen
    Een grote windmolen begint vaak bij een hoogte van 160 meter. De hoogte hangt af van de windsnelheid op de plek waar de molen komt te staan. Tegenwoordig worden windmolens steeds hoger. En kunnen ze ook steeds meer energie opwekken.

Zonne-energie

Zonne-energie is op dit moment nog duurder dan windenergie. Om evenveel op te wekken als één windmolen heb je ongeveer 28.000 zonnepanelen nodig. Toch zie je ook steeds vaker zonneparken in het landschap.

Zonneparken zijn er in verschillende groottes. Er bestaan onder meer kleine veldjes van een 150 vierkante meter. Deze zijn vaak voor eigen gebruik. Bijvoorbeeld als iemand geen zonnepanelen op zijn dak kan hebben. Daarnaast zijn er ook zonneparken die vaak enkele hectares groot zijn. Deze grote zonneparken zijn nodig om genoeg duurzame stroom op te wekken voor de inwoners van de gemeente.

Naast zonneparken op (agrarische) gronden, bestaat de mogelijkheid voor zonnepanelen op bijvoorbeeld bedrijfsdaken. Alleen opwek door middel van zonnepanelen is niet voldoende. Zelfs als we alle geschikte daken benutten, dan is de totale oppervlakte lang niet toereikend voor de hoeveelheid duurzame energie die we moeten opwekken. Het is daarom van belang om er zowel voor te zorgen dat de daken optimaal benut worden, maar ook om te kijken naar plekken op de grond waar zonneparken kunnen komen.